Van het afval dat ronddobbert in Europese zeeën, komt een derde rechtstreeks van schepen. Europarlementariër Bas Eickhout gaat deze belangrijke bron van plastic en andere afval in Europa aanpakken. Hij schrijft als rapporteur aan strenge wetgeving namens de milieucommissie van het Europees Parlement. We beantwoorden vier veelgestelde vragen.
1. Wat is het probleem?
Onderzoekers schatten dat 32 procent van al het afval dat in de Europese zeeën zwerft, rechtstreeks van scheepvaart komt. In sommige EU-wateren is de scheepvaart zelfs verantwoordelijk voor de helft van al het maritieme afval. Ongeveer een kwart komt van vrachtvervoer en visserij. Pleziervaart, passagiersvervoer en cruiseschepen zorgen voor de rest.
Met name de visserij gaat bijzonder slordig om met afval, vaak afgedankte of verloren visnetten. Maar liefst een derde van de netten komt niet terug aan land. Ze blijven in zee drijven en vangen nog steeds vis en andere zeedieren. Naast dat ze schadelijk zijn voor het milieu, zorgen ze ook nog voor economische schade als ze in scheepsschroeven vast komen te zitten.
Al het afval, inclusief de visnetten, bestaat voor negentig procent uit plastic. Als het na lange tijd afbreekt tot kleine deeltjes, dan komt het als microplastic in de voedselkeren terecht. En dus ook in de vissen die wij eten.
2. Hoe kan het dat er zoveel scheepsafval over boord gaat?
Als schepen in een haven hun afval willen afgeven, dan moeten ze daarvoor betalen. Helaas kiezen schippers er daarom nogal eens voor om hun afval gewoon onderweg op zee over boord te gooien. Waarom betalen als je er gratis en ongezien vanaf kan komen? Niemand die je ziet op de grote zee. Ook oude visnetten verdwijnen zo vaak de zee in.
3. Hoe wil Eickhout voorkomen dat het afval in zee terechtkomt?
Eigenlijk is het idee heel simpel: neem het economische voordeel weg om afval in zee te dumpen. Dat kan door alle schepen een vast bedrag te laten betalen (afhankelijk van het type schip) zodra ze in een Europese haven komen. In ruil voor dat vaste bedrag mag een schip al haar afval afgeven. De havens schatten zelf de kosten van het verwerken van het afval en bepalen de prijs per type schip. Het is dan dus niet meer goedkoper om je afval in zee te gooien aangezien toch iedereen dezelfde standaardkosten betaalt.
Dit systeem is eenvoudig, maar enorm effectief. De Europese Commissie stelde het voor als onderdeel van de nieuwe, onlangs gepresenteerde, Europese plastic-strategie. Als Europarlementariër mag Eickhout het nu uitwerken, samen met vertegenwoordigers van de Europese ministers en de Europese Commissie.
4. Wat is de kans dat de Europese wetsvoorstellen worden aangenomen?
De havens, de industrie en veel Europese landen staan niet bepaald te springen om de afvalwetgeving, als durven ze dat niet openlijk te zeggen. Het wordt dus voor Eickhout nog een hele klus om de kern van het wetsvoorstel in stand te houden. Maar als het aan Eickhout ligt, dan scherpt hij de maatregelen nog wat verder aan:
- Naast het wegnemen van het economische voordeel van dumpen in zee, wil Eickhout het bij Europese wet verbieden om opzettelijk afval in zee te dumpen. Op die manier kunnen EU-landen bijbehorende boetes en andere sancties invoeren.
- Het probleem van de verdwijnende visnetten pakt Eickhout aan door EU-landen te verplichten om een statiegeldsysteem voor visnetten in te voeren. Ook moeten verloren visnetten geregistreerd worden.
- Naast schepen, wil Eickhout de wetgeving ook toepassen op offshore boorplatforms. Binnen de Europese Unie zijn er meer dan tweehonderd boorplatforms op zee met elk honderd tot tweehonderd werknemers.
- Eickhout wil het idee van 'groene schepen' verder uitwerken. Dit zijn schepen met maatregelen om afval tot het minimum te beperken. Zulke schepen kunnen korting krijgen op het vaste bedrag dat ze moeten betalen als ze in een haven komen.