220.000 werkenden leven in armoede, ondanks dat zij werken. Keihard moeten werken, maar onvoldoende geld om de boodschappen of de huur te kunnen betalen. Elke maand de eindjes aan elkaar knopen en hopen dat er niets stuk gaat, want zou een regelrechte ramp zijn. Dat is de realiteit van duizenden mensen in Nederland. Naast het moeilijk kunnen rondkomen heeft armoede nog allerlei andere problemen. En de oplossing is simpel: verhoog het minimumloon. Dat zeggen PvdA en GroenLinks.
Om zeker te zijn van dat sociaal aanvaardbare bestaan, kent Nederland sinds 1969 het wettelijk minimumloon. Dat minimumloon is vastgesteld als maandbedrag. Maar sectoren hebben 40-urige en andere 36-urige werkweken. Daardoor is hun uurloon verschillend.
Nederland kent als een van de weinige landen in Europa zo’n berekening op basis van minimumloon per maand, in plaats van per uur. En hoewel Nederland één van de rijkste landen ter wereld is, is het minimumloon hier maar net boven de degradatiestreep van OESO-landen.
De partijen willen dat veranderen en naar een eerlijk en leefbaar uurloon dat voor iedereen gelijk is, gebaseerd op een 36-urige werkweek.
Weg plaveien
Deze wet is een belangrijke eerste stap. "Met deze wet plaveien wij de weg naar een hoger minimumloon. Een minimumloon dat wat ons betreft naar 14 euro mag. Zo zorgen we een leefbaar loon, waardoor je aan het eind maand ook nog steeds de huur en de boodschappen kunt betalen”, aldus Senna Maatoug, Tweede Kamerlid GroenLinks.
De partijen benadrukken dat het invoeren van het minimumuurloon in elk verkiezingsprogramma stond. "Oftewel alle seinen staan op groen voor deze eerste stap naar een hoger minimumloon. Dat is ook hard nodig."