Vorige week kreeg Europarlementariër Bas Eickhout al de milieucommissie achter zijn bezwaar tegen zwakke Europese regels over hormoonverstorende stoffen. Maar nu het Europarlement zijn bezwaar met een absolute meerderheid steunt, moet de Europese Commissie ook daadwerkelijk terug naar de tekentafel.

Eickhout heeft bezwaar tegen de voorstellen omdat de Europese Commissie opzettelijk probeert met uitzonderingen de wetenschappelijke criteria uit te hollen. “De belangen van de industrie wegen bij de Europese Commissie zwaarder dan die van onze gezondheid. Daar kan ik niet akkoord mee gaan.”

Hormoonverstorende stoffen zitten niet alleen in pesticiden, maar kunnen overal inzitten: van tandpasta tot zelfs babyspeelgoed. “Een Franse consumentenorganisatie ontdekte dat er in zeven van de 17 geteste zonnebrandcrèmes hormoonverstorende stoffen zitten”, zegt Eickhout. “We hebben als Europese volksvertegenwoordigers de opdracht om de gezondheid van onze burgers te beschermen.”

Een meerderheid van 389 Europarlementariërs steunde uiteindelijk het bezwaar van Eickhout. Dat is genoeg om voor de tweede keer de voorstellen van de Europese Commissie af te wijzen. De Europese Commissie laat al jaren haar oren hangen naar de lobby van de chemische industrie die haar commerciële belangen kost wat kost verdedigt, constateert Eickhout.

In 2009 besloten het Europees Parlement en de EU-landen dat pesticiden geen hormoonverstorende werking mogen hebben. De Europese Commissie kreeg vervolgens de opdracht om met wetenschappelijke criteria te komen aan de hand waarvan wettelijk bepaald kan worden wat een hormoonverstorende stof is, en wat niet.

Jaren van uitstel volgden. Er moest zelfs een rechtszaak van de EU-landen en het Europees Parlement aan te pas komen, voordat de Commissie überhaupt met een voorstel kwam. Vervolgens werden de criteria zo opgesteld dat alle hormoonverstorende stoffen vrijuit gingen. Het Europees Parlement wees het voorstel de eerste keer af.

Eickhout: “In het nieuwe voorstel waren de criteria eindelijk beter, maar kwam de Europese Commissie met allerlei uitzonderingen wanneer de criteria niet gelden. Dat mag echter helemaal niet volgens de wet. De Commissie moet met wetenschappelijke criteria komen, vervolgens is het aan de EU-landen en het Europees Parlement om de uitzonderingen te bepalen.”