Afgelopen week was er een hoorzitting in de Tweede Kamer waarin bedrijven die in de regio actief zijn vertelden over de moeilijke en schimmige omstandigheden waarin zij hun werk doen. De Chinese overheid geeft weinig tot geen inzage in de werkomstandigheden van de Oeigoerse dwangarbeiders, waardoor veel bedrijven aangeven niet langer zaken te willen doen in deze regio. Het vijf punten plan voorziet in het ondersteunen van bedrijven door de Nederlandse overheid om productielijnen te verhuizen naar andere landen. Als dat niet voldoende invloed heeft op de leef- en werkomstandigheden van de Oeigoeren willen de partijen dat de EU een importstop vanuit China overweegt voor textiel.
Wetgeving tegen mensenrechtenschendingen
Een ander punt waar het plan toe oproept is bindende due dilligence wetgeving, in ieder geval in de kleding- en textielsector, maar het liefst sectorbreed, voor bedrijven die opereren in China. Due dilligence wetgeving maakt het voor bedrijven verplicht hun productieketen transparant in kaart te brengen en mensenrechtenschendingen tegen te gaan.
Nederland moet zich binnen de EU tijdens de onderhandelingen met China over het EU-China-investeringsverdrag hard maken om mensenrechten intrinsiek te verwerken in de verdragsbepalingen. Eerdere gesprekken tonen aan dat China niet bereid is tot een dialoog over de mensenrechten, China’s motivatie is geld en economische macht. In ruil voor handel moet Nederland, samen met de EU inzetten op de verbetering van mensenrechten in China. De mensenrechtenbepalingen moeten afdwingbaar zijn.
De Chinese autoriteiten weigeren mee te werken aan inzage in de herkomst van hun producten en maken het werk van ngo’s, toezichthouders, auditors en journalisten moeilijk. Door douanegegevens verplicht te stellen voor Chinese bedrijven bij de Nederlandse grens wordt er een controle-factor ingebouwd om te achterhalen waar producten vandaan komen. Als laatste willen de partijen dat Nederland binnen de Europese Unie pleit voor sancties tegen personen en bedrijven die aantoonbaar betrokken zijn bij de onderdrukking van Oeigoeren.
Mensenrechtenschendingen onacceptabel
Tom van den Nieuwenhuijzen (GroenLinks): “GroenLinks vindt deze mensenrechtenschendingen tegen de Oeigoeren onacceptabel. Mensenrechten gaan altijd voor economische motieven. De Chinese overheid zorgt voor een angstcultuur. Nederlandse bedrijven hebben zelf aangegeven niet mee te willen werken aan mensenrechtenschendingen en overwegen zich terug te trekken uit China, maar ze zijn bang voor represailles van de Chinese overheid en weten niet welke gevolgen dat heeft voor hun medewerkers in China. Daarom moet de Nederlandse overheid pal staan en hen ondersteunen.”
Kirsten van den Hul (PvdA): “Als je kleding koopt, wil je er zeker van zijn dat die eerlijk is gemaakt en dat er geen dwangarbeid aan te pas is gekomen. Het is verschrikkelijk wat de Oeigoeren wordt aangedaan. Daarom is het zo belangrijk dat we nu in actie komen.”
Achraf Bouali (D66): “Er worden enorme gruwelijkheden begaan tegen de Oeigoeren. Zij worden massaal vastgezet en gedwongen tot dwangarbeid. De kans is groot dat merken en winkels onbedoeld profiteren van mensenrechtenschendingen in de Oeigoerse regio. Nederland kan niet langer wegkijken.”
Joël Voordewind (ChristenUnie): "We kennen de gruwelijke verhalen over de Chinese onderdrukking van de Oeigoeren. Het is onbestaanbaar dat Nederlandse bedrijven kleding verkopen die door deze bevolkingsgroep in dwangarbeid is gemaakt. We moeten alles op alles zetten om het hemeltergende onrecht dat de Oeigoeren wordt aangedaan te stoppen, en er in ieder geval via Nederlandse bedrijven niet aan bijdragen."