In een schoolkantine in Almere zitten honderdvijftig mensen. Het zijn leraren, ziekenverzorgers, buschauffeurs en mensen van de brandweer. Dit zijn de mensen die Nederland draaiende houden, ondanks het feit dat ze zelf vaak het gevoel hebben dat ze vastzitten. Nee, vast worden gehouden. Ze houden van hun werk, maar ze begrijpen niet dat een dwangbuis van regeltjes en onnodige administratiewerkzaamheden hun bedrijfskleding is geworden.

De school bevindt zich aan de Churchillweg. Het is een oud gebouw. De directrice zegt dat het 35 jaar oud is en dat het dak, als het hard regent, op drie plaatsen lekt. Aan de muur hangen knutselwerkjes en in de hoek van de kantine staat een gevonden-voorwerpen-kast. Een uur geleden zaten alle aanwezigen te eten in de kantine. Je kunt de satésaus nog ruiken en op de grond liggen kroepoekkruimels.

Van 19.30 tot 21.00 luister ik naar het kringgesprek. Ik hoor werkvloerverhalen van mensen die in de crisiszorg, in de thuiszorg en in het speciaal onderwijs werken. De sprekers zien er moe uit, maar verre van verslagen. Een vrouw die in de verslavingszorg werkt, vertelt een verhaal over een late dienst die ze een tijdje geleden draaide. Een cliënt kreeg bezoek. Het bezoek was overduidelijk onder invloed van karakterveranderende middelen. De sfeer veranderde. En daar stond ze dan. Met één collega tussen de 26 cliënten.

Je kunt de satésaus nog ruiken en op de grond liggen

Ze vroeg aan de grootste en sterkste cliënt of hij haar en haar collega kon beschermen. Dit wilde hij. De late dienst liep gelukkig met een sisser af, maar het zat haar toch niet lekker. Dat iemand die zij moest helpen, haar moest helpen. Dat ze zich vanwege het personeelstekort genoodzaakt zag om een reddingsboei van de storm te maken.

Een vrouw die in de ouderenzorg werkt, staat op en zegt dat ze soms in haar eentje voor 37 ouderen moet zorgen. Ze zegt dat ze kapot is en dat ze soms huilend naar huis fietst, maar dat ze het nog het ergst voor de ouderen vindt. Ze wil de ouderen geven waar ze recht op hebben, maar de werkdruk heeft haar complete wereld krom gedrukt.

Een man die al 38 jaar buschauffeur is, vertelt misschien wel het schrijnendste verhaal van de avond. Als hij 90 seconden te laat op een halte is, moet hij bij zijn baas komen en krijgt hij een boete. Dus als hij morgenochtend een oude man of vrouw voor zijn bus ziet rennen, rijdt hij gewoon weg. Het efficiency-denken heeft alle menselijkheid uit zijn beroep gewerkt. Hij hekelt het wantrouwen.

Ik kijk de zaal rond en zie alleen maar superhelden.

Wantrouwen, het is een woord dat ik vanavond vaker hoor. Voor alles bestaat tegenwoordig een formulier. De mensen die de hulpbehoevenden proberen te helpen, zijn de helft van de tijd bezig met het verantwoorden van hun geboden hulp.

Ik kijk de zaal rond en zie alleen maar superhelden. Superhelden die elke dag formulieren in moeten vullen over hoe lang hun cape is. Als hun cape te lang of te kort blijkt te zijn, krijgen ze een berisping. Het is waanzin. De mensen die het land draaiende houden, worden van bovenaf duizelig gemaakt en duizelig gehouden met regeltjes en formulieren.

Om 21.05 sta ik weer buiten. Het was een mooie avond. Er werd veel gepraat, maar nog meer geluisterd. Veel begint met praten, maar alles begint met luisteren. Alles begint met luisteren.

Ik sta voor de oude school op de Churchillweg. Dit kan geen toeval zijn. Het was Winston Churchill die ooit zei: "We make a living by what we get, but we make a life by what we give."