Woonzorgcomplex Humanitas te Rotterdam. Nog even en dan mogen de stille motoren die de maatschappij draaiende houden aan Jesse Klaver vertellen wat hen dwarszit. Maar eerst is er eten. Motoren verbruiken brandstof, tenslotte.
Jan-Dirk, een man van in de vijftig vraagt of de plaats naast me vrij is en komt bij me aan tafel zitten. Of ik ook in de zorg werk, vraagt hij. Of misschien in het onderwijs? Nee, niet bepaald. Hij staart me een tijdje aan en zegt dat hij het gevoel heeft me ergens van te kennen. 'Ik ben wel eens op tv geweest,' antwoord ik. Dan weet hij het weer: ah ja, een schrijver. 'Dat is voor het eerst,' zegt hij, een beetje onder de indruk, een beetje trots. 'Aan tafel met een echte schrijver.'
Ik schaam me. Niet vanwege mijn schrijverschap an sich, maar omdat ik onder de indruk van hém behoor te zijn. Het is een pijnlijke illustratie van een tendens die ook het thema van vanavond raakt: de mensen op tv, of de beroemdheden, of de ondernemers, de avonturiers en de pioniers, díé vinden we bijzonder. Maar degenen die de boel daadwerkelijk draaiende houden, die onze maatschappij ondersteunen en op de rails houden, die beschouwen we als vanzelfsprekend.