Waarom alleen gratis openbaar vervoer voor mensen met een laag inkomen en niet voor iedereen?

Gratis openbaar vervoer is bedoeld om binnenlands reizen toegankelijker te maken. Het is een effectieve manier om het basisniveau van bereikbaarheid in Nederland te verhogen. Wij stellen voor om op verschillende plekken, op lokaal niveau, te gaan experimenteren met gratis OV. Om te beginnen voor de mensen met de laagste inkomens - omdat het huidige OV voor die groep slecht toegankelijk is. We houden de effecten voor het klimaat en de maatschappij nauwlettend in de gaten. Als de resultaten bekend zijn, kunnen we zien wat wél werkt en wat juist niet. Onze buurlanden Duitsland en Luxemburg hebben al ervaring met (bijna) gratis OV, en daar zijn de resultaten positief. Door de introductie van het Duitse 9-euro ticket pakten mensen minder vaak de auto, waardoor de CO2-uitstoot over een tijdsbestek van drie maanden met 1.8 miljoen ton daalde. Het ticket zorgde ook voor een groei van het aantal reizigers met een laag inkomen. Zo konden mensen die bijvoorbeeld eenzaam zijn weer op een laagdrempelige manier deelnemen aan de samenleving. Maar voor gratis OV voor iedereen is op dit moment geen capaciteit, zowel qua infrastructuur als personeel. Daarom hebben we ook plannen om het OV te verbeteren.

Hoe bepalen jullie wat arm precies is?

Heel veel gemeenten hebben al goed in kaart gebracht welke inwoners tot de laagste inkomensgroepen behoren. Voor hen zijn er al passen, zoals de Ooievaarspas in Den Haag. Hiermee krijgen mensen met de laagste inkomens bijvoorbeeld makkelijker toegang tot sportvoorzieningen en schoolspullen. Voor sommige groepen is het OV lokaal al gratis, bijvoorbeeld voor mensen met AOW.

Sympathiek plan, maar is het niet veel te complex?

Neehoor, er lopen zelfs al dit soort experimenten. Bijvoorbeeld in de regio Zaanstreek-Waterland: daar kunnen inwoners een paar keer per jaar gratis reizen binnen de Vervoerregio Amsterdam. En in de gemeente Den Haag kunnen mensen met AOW gratis gebruikmaken van het OV. Gemeenten weten heel goed welke inwoners tot de laagste inkomensgroepen behoren. Deze mensen kunnen we dus gericht benaderen. We willen op verschillende plekken in het land starten met het experiment. Gemeenten geven zelf aan of ze willen meedoen of niet. Na een jaar moet duidelijk zijn wat werkt en wat niet.

En wat als je net boven het minimuminkomen zit?

We beginnen met dit experiment bij de laagste inkomens. Daar is het nood het hoogst. Als blijkt dat het plan effectief is, willen we onderzoeken of we kunnen uitbreiden naar mensen met meer inkomen. Op basis daarvan willen we kijken of het mogelijk is dat iedereen in Nederland gebruik kan maken van het openbaar vervoer. Dat zou tegen een klein maandelijks bedrag kunnen - bijvoorbeeld 49 euro zoals in Duitsland - of helemaal gratis.

Hoe voorkom je de armoedeval (dat gaan werken, of meer gaan werken, zorgt voor een netto achteruitgang omdat je recht op gratis ov vervalt)?

Dit is in eerste instantie een experiment, waarin we juist dit soort zaken willen toetsen. Ons uiteindelijke doel is om uiteindelijk voor iedereen betaalbaar en toegankelijk openbaar vervoer te regelen. Door een klein maandelijks bedrag in te voeren, of het voor iedereen helemaal gratis te maken.

Is dit geen proefballonnetje?

Uiteraard zijn we in de politiek afhankelijk van andere partijen om een meerderheid te krijgen in de Tweede Kamer. Maar we nemen dit plan heel serieus. Ook het CDA pleit nadrukkelijk voor beter openbaar vervoer. Uiteindelijk is het een politieke keuze voor onze volksvertegenwoordigers. De prijzen voor het OV zijn dit jaar fors gestegen. De NS heeft de prijzen met 4,3% verhoogd, en de kaartjes voor bus, tram en metro zijn tot wel 7% gestegen. Vervoerders moeten de kaartjes wel duurder maken vanwege de hoge energie en materieelkosten. Maar in een tijd waarin mensen steeds moeilijker rondkomen en de automobilist wél gecompenseerd wordt voor ruim €1,2 miljard, vinden GroenLinks en PvdA dat niet uit te leggen. En als politiek kun je ervoor kiezen om meer geld te investeren in het OV.

Gratis OV is zinloos als het er simpelweg niet of onvoldoende is, buiten de randstad bijvoorbeeld. Wat willen jullie daar aan doen?

Als concrete norm stellen de PvdA en GroenLinks voor dat 95% van de huishoudens in Nederland binnen drie kwartier vanaf vertrek bij een school, supermarkt en ziekenhuis kan zijn met een vorm van openbaar vervoer (met regulier OV of middels haltetaxi). Voor supermarkten is deze bereikbaarheid 97%, maar voor middelbare scholen is dit 89% en voor ziekenhuizen 88%. Dit cijfer mag niet verder dalen. De coronacrisis heeft ervoor gezorgd dat het openbaar vervoer al bijna drie jaar in crisisstand verkeert. Teruggelopen reizigersaantallen die moeizaam herstellen hebben ertoe geleid dat lijnen zijn geschrapt of uitgedund en plannen om verder uit te dunnen liggen in veel regio’s nog altijd op de plank. Het gevolg: mogelijke afschaling van de dienstregeling tot wel 30% en gebieden die niet of nauwelijks bereikbaar zijn. Wij willen tegemoetkomen aan de wensen van de OV-sector en het vangnet van €150 miljoen verhogen naar €500 miljoen (incidenteel). Alleen op die manier kan de sector zich op de lange termijn doorontwikkelen, reizigersgroei creëren en in deze krappe arbeidsmarkt zekerheid bieden aan het personeel.

Jullie hebben het over de ‘rijken’, wie bedoelen jullie dan? Gaat dit niet de middenklasse raken?

In de begroting van het ministerie van Infrastructuur & Waterstaat is al geld vrijgemaakt voor het OV. Maar als we echt willen investeren in het OV dan moeten we politieke keuzes maken. Op dit moment gaat er 1,2 miljard euro naar de compensatie voor automobilisten voor de hoge benzineprijzen. Terwijl OV-reizigers wel hogere ticketprijzen betalen. Miljonairs betalen nu geen belasting over hun vermogen terwijl mensen over een normaal salaris wel meebetalen. En grote bedrijven in Nederland - die recordwinsten maken - betalen daar weinig belasting over. Dat kan best zwaarder belast worden. Uiteindelijk willen we een verschuiving in het belastingstelsel. Een deel van Nederland draagt nu weinig bij, en dat moet rechtgetrokken worden. Met dat geld kunnen we investeren in het OV en het bereikbaar, betaalbaar en groen maken.

Het OV piept en kraakt nu al onder personeelstekorten en andere uitdagingen. Is dit geen olie op het vuur?

De krapte op de arbeidsmarkt is in veel sectoren een grote uitdaging en zo ook voor het openbaar vervoer. De afgelopen periode heeft het openbaar vervoer meermaals stilgelegen door nationale en regionale stakingen van onder andere machinisten, conducteurs en buschauffeurs. De consequenties van deze stakingen laten zien hoe onmisbaar dit personeel is om Nederland draaiende te houden. De arbeidsvoorwaarden zijn echter vaak ondermaats. Met name de onregelmatige werktijden en de lonen geven reden tot zorg. Het openbaar vervoer kan alleen goed functioneren met goed personeel dat goede arbeidsvoorwaarden heeft. De overheid speelt een belangrijke rol in het afdwingen van goede CAO’s. Vervoerders verkeren echter ook in financieel zwaar weer door de teruggelopen reizigersaantallen door corona en de hoge energie en materieelkosten. De overheid zou een fonds op moeten richten waarop vervoerders aanspraak kunnen maken indien zij financieel in de knel komen. Indien vervoerders aanspraak maken op dit fonds, kunnen er harde afspraken worden gemaakt over werktijden, pauzes en loon.