Tijdens de coronacrisis werden in heel Europa noodmaatregelen genomen om daklozen te huisvesten. Volgens Van Sparrentak moeten we verder gaan en op permanente oplossingen inzetten: “We weten dat housing first werkt en dat het goedkoper is dan de huidige aanpak. Bij housing first worden daklozen zonder voorwaarden gehuisvest en wordt vervolgens stap voor stap gekeken hoe ze hun leven weer terug op de rails kunnen krijgen. We weten wat werkt, nu is het een kwestie van investeringen en politieke wil.”
Daarnaast blijft dakloosheid van meer kwetsbare groepen, zoals vrouwen, jongeren en de LHBTI-gemeenschap nog te vaak onder de radar van beleidsmakers. Van Sparrentak: “1 op 5 LHBTI’ers zijn in hun leven dak- of thuisloos, bij transpersonen loopt dit zelfs op tot 1 op 3 - vaak omdat hun familie ze niet accepteert en uit huis zet. Daarom is het belangrijk dat bruggen worden geslagen tussen de LHBTI- en dakloosheidssector en dat de diensten en opvang- en huisvestingsinitiatieven ook op deze groepen worden afgestemd.”
Van Sparrentak werkte als rapporteur in het Europees Parlement aan een rapport over de woningcrisis dat aan het begin van dit jaar werd aangenomen: “De afgelopen tien jaar zien we een sterke stijging van dakloosheid bijna overal in Europa, mede doordat wonen te duur is. Vorig jaar stegen de woningprijzen in heel Europa nog sneller dan voorheen, terwijl heel veel mensen hun baan verloren in de coronacrisis. Meer betaalbare huisvesting is een essentiële voorwaarde om dakloosheid te voorkomen.”
Op de conferentie werd het Europees Platform ter Bestrijding van Dakloosheid gelanceerd dat het 2030-doel in actie moet omzetten door geslaagde initiatieven te delen, Europees budget vrij te maken en het thema hoog op de politieke agenda te houden. In de komende maanden zullen de concrete activiteiten van het platform verder uitgewerkt worden. Van Sparrentak: “Ik ga me inzetten om er een succes van te maken door te pleiten voor voldoende financiële middelen, betere en inclusievere dataverzameling op Europees niveau en een sterke betrokkenheid van lokale besturen en organisaties.”