Volgens een ruwe schatting slapen in Europa 700.000 mensen iedere nacht op straat of in de daklozenopvang. Het aantal daklozen zou de afgelopen 10 jaar met ongeveer 70% zijn gestegen. Het ontbreekt echter aan concrete cijfers. Door dit project komt er een Europese wetenschappelijke methode voor het in kaart brengen van het aantal daklozen, die stap voor stap over steeds meer steden wordt uitgerold.
Van Sparrentak: “Met dit project zorgen we ervoor dat er in heel Europa betrouwbare data over dakloosheid komt. Zo krijgen we bij gemeenten meer aandacht komt voor dakloosheid, wordt kennis beter samengebracht en kan beleid vanuit een beter beeld van wie de daklozen zijn, zich richten op het aanpakken van de oorzaken. Het bij elkaar brengen van de lokale inzichten helpt bovendien om een beter overzicht te krijgen op Europees niveau.”
Van Sparrentak vervolgt: “Dakloosheid is een complex en uiteenlopend probleem. Van jonge LHBTI’ers die thuis niet meer welkom zijn, vrouwen die slachtoffer zijn van huiselijk geweld tot huurders die uit huis gezet worden wegens betalingsachterstanden. Veel daklozen passen niet in het stereotype beeld en blijven onder de radar.”
Aan het begin van het jaar stemde het Europarlement over een rapport van Van Sparrentak over de wooncrisis, waarin veel voorstellen stonden om het stijgende probleem van dakloosheid in Europa aan te pakken. Eerder dit jaar werd in Lissabon al gehoor gegeven aan een belangrijke eis uit het rapport toen alle EU-landen zich schaarden achter het doel om dakloosheid voor 2030 te eindigen en daarbij op Europees niveau samen te werken.
Volgende week komt het ‘Europees Platform ter Bestrijding van Dakloosheid’ voor de eerste keer bijeen. Dit platform moet ervoor zorgen dat er kennis wordt uitgewisseld tussen de verschillende EU-landen, dat Europese fondsen meer worden aangesproken voor het bestrijden van dakloosheid en dat er meer kennis wordt verzameld. Van Sparrentak is vanuit het Europees Parlement onderdeel van het platform.