Het Europees Parlement eist een aantal belangrijke verbeteringen aan het investeringsplan van de Europese Commissie, het zogenaamde Juncker-plan. De parlementscommissies verantwoordelijke voor economische zaken en begroting stemden maandag over de onderhandelingsinzet van het Europees Parlement. Daarin is meer aandacht voor duurzame investeringen en het voorziet in een betere democratische controle op het nieuwe investeringsfonds. Ook wil het Europarlement voorkomen dat het investeringsfonds geld weghaalt uit het bestaande EU-budget voor onderzoek en innovatie.

Later deze week beginnen de onderhandelingen tussen het Europees Parlement en de Europese ministers om tot een akkoord te komen. Namens de Europese Groenen schuift Bas Eickhout aan. Hij ziet een aantal van zijn wensen terug in de onderhandelingsinzet van het Europees Parlement. Hij is blij dat er na jaren van contraproductieve bezuinigingen er eindelijk een investeringsplan ligt.

“Wij willen echter wel dat dit investeringsplan gericht investeert in die sectoren en landen waar de nood en het maatschappelijk nut het grootst zijn. Daarmee staan we vooralsnog tegenover de regeringsleiders die dat soort keuzes niet willen maken.” Het beloven dus interessante onderhandelingen te worden.

Duurzaamheidscriteria

De commissies accepteerde een voorstel van GroenLinks om projecten vooraf te beoordelen op hun bijdrage aan werkgelegenheid, duurzame groei en hun bijdrage aan energie-efficiëntie. Ook zorgde het Europees Parlement voor aangescherpte duurzaamheidscriteria voor projecten. De Europese Commissie lijkt het rendement voor private investeerders als belangrijkste criterium te hanteren voor de selectie van projecten. Eickhout: “Het Europarlement dwingt de Commissie en de Europese Investeringsbank om na te denken: welke projecten hebben vanuit publiek oogpunt de grootste meerwaarde?”

Niet snijden in onderzoeksgeld

In het oorspronkelijke plan zoals opgesteld door de Europese Commissie van Jean-Claude Juncker, stelt de EU-begroting acht miljard euro ter beschikking als garantie om private of publieke investeerders aan te trekken. Deze acht miljard komt uit al eerder toegewezen budgetten voor onderzoek en grensoverschrijdende transportinfrastructuur. GroenLinks had voorgesteld om het EU-onderzoeksbudget te beschermen en kreeg daarvoor brede steun van de andere fracties.

“Geld voor fundamenteel onderzoek is een van de begrotingsposten met de grootste meerwaarde voor de EU”, stelt Eickhout. “Het is onbegrijpelijk dat de Commissie juist daar in wilde snijden. Gelukkig konden we dat in het Europees Parlement voorkomen. Wat mij betreft halen we het geld voor nieuwe investeringen bijvoorbeeld uit niet-duurzame landbouwsubsidies.”

Betere democratische controle

Het Europees Parlement scherpte ook de democratische controle aan op het nieuw op te richten investeringsfonds. De directeur en plaatsvervanger van het dagelijks bestuur moet voor zijn aanstelling door het Europees Parlement geaccordeerd worden. Ook moet de directeur schriftelijke vragen van Europarlementariërs beantwoorden en op verzoek verschijnen voor het Europees Parlement. Het Europees Parlement krijgt bovendien het recht om bezwaar te maken tegen het nader uit te werken investeringsbeleid van het nieuwe fonds. “Het investeringsfonds gebruikt geld uit de EU-begroting, dus is het logisch dat het Europees Parlement ook zeggenschap krijgt over de besteding daarvan”, concludeert Eickhout.

Ondanks de verbeteringen die het Europees Parlement voorstelt, blijft het investeringsplan wat GroenLinks betreft te klein om hoge werkloosheid in grote delen van Europa voortvarend omlaag te brengen. De Europese Groenen blijft daarom wijzen op het veel ambitieuzere Groene investeringsplan dat substantieel meer nieuwe middelen vrijmaakt om miljoenen nieuwe duurzame banen te scheppen.