GroenLinks is de partij die in haar verkiezingsprogramma het meeste geld heeft uitgetrokken om de studenten te compenseren, namelijk 7,7 miljard euro. Veel ruimhartiger dan de 1 miljard euro van het kabinet.

Voorheen had iedere student in het hoger onderwijs recht op een basisbeurs van 102 euro of 286 euro per maand. Totdat het leenstelsel in 2015 werd ingevoerd. Het idee was simpel: de basisbeurs verviel en er kwam een hogere aanvullende beurs voor minimastudenten voor terug. De rest van het geld zou worden geïnvesteerd in de kwaliteit van het onderwijs.

Dit beleid leek solidair: afgestudeerde theoretisch opgeleiden verdienen gemiddeld twee keer meer dan praktisch opgeleiden en kunnen zo’n lening eenvoudig terugbetalen. Maar niet iedereen wordt advocaat of chirurg. Ook jonge onderwijzers en verpleegkundigen moeten deze lening terugbetalen, met een aanzienlijk minder hoog salaris. Bovendien veroorzaakt het leenstelsel veel stress waardoor jongeren veel druk voelen en in sommige gevallen andere psychische en/of lichamelijke klachten krijgen. Daarom wil GroenLinks dat het leenstelsel wordt afgeschaft.

Het kabinet zegt dat ze vanaf het studiejaar 2023 terug willen naar de basisbeurs. Ondertussen wordt de leenstelselgeneratie onvoldoende geholpen. Daarom zal GroenLinks zich blijven inzetten om deze groep studenten op een fatsoenlijke manier te compenseren.

GroenLinks is aanwezig bij de #NietMijnSchuld-demonstratie a.s. zaterdag op het Museumplein in Amsterdam.