Het vragen van een negatief testbewijs brengt slechts beperkte risico’s met zich mee als het gaat over het overbrengen van het coronavirus, constateren de TU Delft, UMC Utrecht, Populyctics en de Erasmus (MC). De onderzoekers stellen dat als iedereen een antigeen testbewijs laat zien om toegang te krijgen tot locaties waar meer mensen bij elkaar komen(1G), dat dat een ‘veel grotere invloed heeft op het verlagen van besmettingen en ziekenhuisopnames onder bezoekers dan het invoeren van 2G of 3G’. Ook concludeert het onderzoek dat wanneer afgelopen najaar meer werk was gemaakt van iedereen testen er ‘substantieel meer contacten mogelijk zouden zijn geweest’ dan nu het geval was.
Lisa Westerveld (GroenLinks): “Het plan om 2G in te voeren was politiek wensdenken. Dit onderzoek toont aan dat dit niet de manier is om de samenleving veilig open te houden. En ondertussen is de maatschappij gebutst en gebroken. Voor onze mentale gezondheid moeten we ervoor zorgen dat we op een veilige en verantwoorde manier weer meer mogen. Testen voor toegang is een veilige manier om dat te doen. Nu moet de coalitie dat nog gaan inzien.”
GroenLinks zet zich al langer in om de samenleving toegankelijk te maken door middel van meer testen om zo een nieuwe lockdown te voorkomen. Het kabinet heeft de plannen van GroenLinks om meer in te zetten op testen voor toegang geparkeerd en zette in op de 2G-wet. Op dit moment zijn er 800 testlocaties met een maximale capaciteit van 600.000 testen per dag, zo’n 4,2 miljoen testen per week. Daarvan worden slechts 120.000 testen per week gebruikt. Het benutten van de totale testcapaciteit komt neer op zo’n 59 miljoen euro per week.
Westerveld: “Het is doodzonde om miljoenen aan testcapaciteit per week te laten verpieteren terwijl we deze goed kunnen inzetten. Om meer mogelijk te maken in de culturele sector en de sport. Het kabinet vindt de kosten van veel testen duur, maar de kosten van het sluiten van zoveel sectoren is een veelvoud daarvan. Laat staan het winst in welzijn dat we ermee kunnen behalen.”
De antigeensneltesten zijn zéér betrouwbaar in het opsporen van mensen met veel virusdeeltjes. Daardoor worden mensen die hoog besmettelijk zijn, de zogenaamde superspreaders, plekken als musea, concerten en theaterzalen, er feilloos uitgehaald. In Denemarken test dagelijks circa 10% van de bevolking zich op corona. In Portugal wordt ondanks de hoge vaccinatiegraad al gewerkt met het testen van iedereen (1G). Een negatieve test, ook voor diegenen die gevaccineerd zijn, wordt in Portugal voor toegang vereist bij grote evenementen zonder gemarkeerde zitplaatsen en nachthoreca. Frequent testen blijkt ook in Nederland een zéér effectief bestrijdingsmiddel. Zo blijkt uit gedragsonderzoek van het RIVM dat 97% van de Nederlanders met een positieve testuitslag geen visite ontvangt en 67% bij een positieve testuitslag niet naar buiten gaat. Weten of je besmettelijk bent is de beste rem om overdracht van het virus te stoppen.
Naast het reserveren van sneltestcapaciteit voor de culturele sector pleit de partij ook voor een sneltestcapaciteit voor bezoekers aan verpleeghuizen en gehandicapteninstellingen. Dat vraagt om een capaciteit van een kleine 900.000 sneltesten per week. Door voorafgaand aan een bezoek aan een verpleeghuis of gehandicapteninstelling een sneltest te doen kun je eenvoudig je geliefden beschermen. De partijen benadrukken dat dit op vrijwillige basis dient te gebeuren.