Er heerst al jaren een stille ramp in de jeugdzorg. Gemeenten hebben een miljoenentekort, hulpverleners zijn overwerkt en de wachtlijsten zijn enorm. Jongeren krijgen niet de zorg die ze verdienen en het aantal uithuisplaatsingen is onnodig hoog. Het leek een hoopvolle belofte van toenmalig staatssecretaris Blokhuis: een investering van 1,3 miljard om de problemen in de jeugdzorg op te lossen. Nu blijken het loze woorden. Het kabinet-Rutte IV zet een streep door zijn eigen plannen, wil structureel 500 miljoen bezuinigen en noemt daarbij een eigen bijdrage en een verkorting van de behandelduur. Een klap in het gezicht van hulpverleners, ouders en bovenal kinderen.

Geen wonder dat vandaag mensen massaal de straat op gaan om te demonstreren voor de toekomst van kwetsbare jongeren. GroenLinks en de PvdA staan pal achter de kinderen in de jeugdzorg en de zorgverleners. Een motie om de bezuinigingen terug te draaien werd door de gehele oppositie gesteund, de vier coalitiepartijen stemden tegen. Een soortgelijke motie haalde het in de senaat wel, maar VVD, D66, CDA en ChristenUnie stemden tegen. Net als FvD. Niets doen is geen optie en eerlijke oplossingen zijn voorhanden.

Lokaal willen en kunnen wethouders daarin het verschil maken. Door marktwerking te durven aanpakken. Want jongeren zijn geen winstobject.

Door de winstmarge te begrenzen tot 5 procent kan dit geld weer worden geïnvesteerd in goede zorg. We moeten af van de wildgroei aan zorgaanbieders. Alleen al in Gelderland is het aantal aanbieders in de afgelopen zeven jaar vertienvoudigd, waardoor het voor gemeenten onmogelijk is om de kwaliteit te toetsen. Met een kleiner aantal betrouwbare zorgaanbieders kan de kwaliteit worden gewaarborgd. Aanbieders moeten bovendien een reëel tarief krijgen voor de complexe jeugdzorg. Men kiest te vaak vanwege financiële reden om in te zetten op laagcomplexe zorg.

Dit gaat ten koste van jongeren die de zorg het hardst nodig hebben, die te maken hebben met problemen zoals zelfmutilatie bovenop een trauma. Door te investeren in preventie, bijvoorbeeld met steungezinnen, jongerenwerkers en jeugdteams, voorkomen we dat kinderen jeugdzorg nodig hebben en beteugelen we de aanwas van patiënten. We moeten stoppen met gesloten jeugdzorg en zorgen voor kleinschalige opvang en voldoende hooggespecialiseerde jeugdhulp. Ook dat vraagt daadkracht van landelijke én lokale volksvertegenwoordigers.

De jeugdzorg heeft een groot probleem, maar oplossingen zijn er genoeg. Het begint met het probleem serieus te nemen en voorgenomen bezuinigingen terug te draaien.