De Europese Commissie is van plan om voor vijf miljard euro aan CO2-emissierechten aan grote Europese bedrijven gratis weg te geven. Om dit onzalige plan te dwarsbomen, vraagt GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout voor woensdag een debat met stemming aan in de milieucommissie van het Europees Parlement. In dit artikel leggen we uit hoe dit CO2-lek ter waarde van vijf miljard euro in het emissiehandelssysteem ETS kon ontstaan.

Update: Helaas is op woensdag het bezwaar van Eickhout met 34 tegenstemmen, 30 voorstemmen en 3 onthoudingen verworpen.

Emissiehandelssysteem

Onder het Europese emissions trading system (ETS), de spil van het Europese klimaatbeleid, moeten bedrijven uit de grote industriële sectoren betalen voor elke ton CO2 die ze uitstoten. Dit doen ze door zogenaamde CO2-emissierechten te kopen. Het is de bedoeling om langzaam de totale beschikbare hoeveelheid CO2-emissierechten af te bouwen, zodat de prijs voor CO2 omhoog gaat, terwijl er steeds minder mag worden uitgestoten. Bedrijven kunnen er uiteraard ook voor kiezen om te investeren in technologieën die minder vervuilend zijn en zo geld besparen op hun aankoop van CO2-rechten. (Lees meer in Zeven vragen en antwoorden over het emissiehandelsstysteem)

Op papier klinkt dat allemaal prima, maar het probleem is dat de huidige prijs voor de emissierechten veel te laag is (zo rond de vijf euro per ton CO2-uitstoot) om echt effect te hebben. Dat komt aan de ene kant doordat bedrijven sowieso vanwege de economische crisis al minder uitstoten dan eerder berekend was. Aan de andere kant kregen bedrijven in het verleden regelmatig gratis rechten om 'carbon leakage' te voorkomen. Men was bang dat bedrijven uit de Europese Unie zouden verhuizen naar een landen die geen klimaatwetgeving hebben, juist vanwege de Europese prijs op CO2-uitstoot.

Vijf miljard aan emissierechten mislopen

Eickhout maakt nu bezwaar tegen een nieuwe ronde van het gratis weggeven van emissierechten aan bedrijven die last hebben van carbon leakage. In het voorstel van de Europese Commissie is namelijk uitgegaan van een marktprijs van dertig euro per ton CO2-uitstoot om de schade bij bedrijven te berekenen. Door deze onrealistische prijsberekening komen veel bedrijven in aanmerking voor deze gratis emissierechten, terwijl ze in werkelijk helemaal geen gevaar lopen. Volgens het plan zou maar liefst 97 procent van de bedrijven die onder ETS vallen gratis emissierechten krijgen. En daardoor loopt Europa vijf miljard euro aan opbrengsten mis.

Recent lekte een intern onderzoek van ambtenaren van de Europese Commissie uit. Dat onderzoek ging voor het toekennen van de gratis emissierechten uit van een rekenprijs van 16,5 euro per ton CO2-uitstoot, een prijs waarvan zelfs de EU-landen zelf zeggen dat het een “onrealistisch hoge prijs” is. Toch lukte het de industrielobby om in het uiteindelijke voorstel een rekenprijs van maarliefst dertig euro te krijgen. Geen wonder dat de Europese Commissie probeerde om dit onderzoek geheim te houden. En alle reden voor Eickhout om bezwaar te maken tegen het voorstel dat nu op tafel ligt.

Eerlijke prijs op vervuiling

Alleen als we een eerlijke prijs op vervuiling plakken, kunnen we in Europa de klimaatcrisis aanpakken, duurzame economische groei stimuleren en nieuwe werkgelegenheid creëren. Eickhout wil daarom dat de berekeningen over gedaan worden met een realistische schatting van de marktprijs voor CO2-emissierechten. Alleen zo werken we aan het terugbrengen van onze CO2-uitstoot.
 
Woensdag dient Eickhout in de milieucommissie een resolutie in met daarin de opdracht aan de Europese Commissie om haar voorstel te wijzigen. Die resolutie heeft inmiddels al steun van verschillende Europarlementariërs, waaronder liberalen, sociaaldemocraten en christendemocraten. Als de milieucommissie akkoord gaat, dan zal tijdens de eerstvolgende plenaire vergadering het hele Europarlement zich over de resolutie van Eickhout buiten. Als die stemming wederom positief uitvalt, dan moet de Europese Commissie met een aangepast voorstel komen, met daarin berekeningen op basis van een realistische prijs voor CO2-uitstoot.