Van tandpasta en make-up tot voedselverpakkingen en onkruidverdelger. Fabrikanten gebruiken een groot aantal stoffen in hun producten die ons hormonaal stelsel negatief beïnvloeden. Europarlementariër Bas Eickhout eist daarom in een resolutie dat de Europese Commissie voor de zomer eindelijk met wettelijke criteria voor hormoonverstorende stoffen komt.

De Europese Commissie schuift wetgeving over hormoonverstorende stoffen al jaren voor zich uit onder druk van de TTIP-onderhandelingen en lobby van de chemische industrie. Het Europees Hof tikte de Europese Commissie zelf al op de vingers.

“We hebben Europese criteria nodig om wettelijk vast te kunnen stellen of een stof al dan niet hormoonverstorend is en in onze producten mag zitten. We mogen niet marchanderen met de gezondheid van de Europese bevolking”, aldus Eickhout.

Schadelijk

Vooral voor foetussen en kleine kinderen is blootstelling aan hormoonverstorende stoffen schadelijk. De symptomen kunnen tientallen jaren later optreden. Zo dragen de stoffen onder meer bij aan de toename in kanker, vruchtbaarheidsproblemen en obesitas. Toen het wetenschappelijke bewijs hiervoor zich steeds verder opstapelde en ook de Wereldgezondheidsorganisatie aan de alarmbel begon te trekken, nam de roep om overheidsoptreden toe.

De eis van het Europees Parlement dat de criteria gebaseerd moeten zijn op wetenschap lijkt vanzelfsprekend, maar stuit op grote tegenstand. Onder druk van de Verenigde Staten en de industrie startte de Europese Commissie een onderzoek om te kijken of de criteria zo opgesteld kunnen worden dat het nadelige economische effect voor chemiefabrikanten en de internationale handel minimaal zou blijven. Dat onderzoek loopt nu al bijna drie jaar.

In 2014 spande de Zweedse regering al een gerechtelijke procedure tegen de Europese Commissie en vorig jaar kwam het Europees Hof van Justitie met een vernietigend oordeel. Het Hof stelde dat de Europese Commissie de wet overtreedt door niet met criteria te komen en dat economische overwegingen geen sta in de weg mogen zijn.

Kwestie in de schijnwerpers

Druk vanuit het Europees Parlement houdt de kwestie in de schijnwerpers, maar leidt niet tot veranderingen in de opstellingen van de Commissie. Eickhout: “Het Europees Parlement geeft vandaag een duidelijk signaal: gezondheid is wat telt, niet economische winst. Criteria baseer je daarom op wetenschap.”

Het Europees Parlement wil daarnaast dat de criteria hazard-based in plaats van risk-based worden. Dat betekent dat enkel gekeken wordt of een stof een gevaar vormt voor de gezondheid of niet. Bij een risk-based benadering wordt gezocht naar veilige hoeveelheden. Eickhout licht toe: “De impact van hormoonverstorende stoffen hangt af van de leeftijd van de persoon die eraan blootgesteld wordt en de gevolgen treden soms pas tientallen jaren later op. Het is daardoor onmogelijk om veilige levels met zekerheid vast te stellen. Sterker nog, het is onwaarschijnlijk dat veilige levels bestaan.”