3. Iedereen doet mee
Je baan kwijtraken komt keihard aan. Op zo’n moment heb je een basis nodig om op terug te vallen. Waarmee je verzekerd bent van inkomen en van iemand die je helpt om weer op gang te komen. Iemand die met je meedenkt en je met vertrouwen behandelt. Op zo’n moment is het belangrijk dat de overheid er voor je is.
GroenLinks staat voor een overheid die basiszekerheid biedt voor iedereen. Voor mensen die tijdelijk hun baan zijn kwijtgeraakt en dolgraag weer aan het werk willen. Voor mensen van wie de arbeidsmarkt een te grote afstand heeft genomen. Voor mensen die zo diep in de schulden zitten dat ze zich geen raad meer weten. Dat vraagt om andere maatregelen dan die de kabinetten-Rutte de afgelopen jaren hebben genomen. Rechts beleid kon er zelfs op het hoogtepunt van de economie niet voor zorgen dat iedereen meedeed en niemand in armoede hoefde te leven.
Het roer moet om. Van onzekerheid naar zekerheid, van worden afgedankt naar meedoen. We omarmen het ideaal van een basisinkomen: dat er een bodem is waar niemand doorheen zakt. Het betekent dat mensen met een laag inkomen een inkomensaanvulling krijgen, dat mensen in de bijstand in hun waarde worden gelaten en niet in armoede hoeven te leven, dat iedereen is verzekerd bij arbeidsongeschiktheid, dat ouderen met alleen AOW gewoon kunnen rondkomen en dat je ook met een arbeidsbeperking een fatsoenlijk inkomen hebt. We laten niemand vallen.
Programmapunten
1. GroenLinks voert stapsgewijs -binnen acht jaar- het basisinkomen in voor iedereen. Het fiscale stelsel wordt zo aangepast dat mensen met inkomens rond het minimuminkomen er flink op vooruitgaan, de middeninkomens erop vooruitgaan, en mensen met inkomens hoger dan twee keer modaal erop achteruitgaan. Onvoorwaardelijke inkomenszekerheid is de noodzakelijke basis voor een goed en effectief klimaatbeleid. Alleen vanuit economische bestaanszekerheid heeft iedereen ruimte om duurzaam te denken, leven en handelen.
2. Zolang de coronacrisis duurt, geven we mensen die hun werk verliezen recht op een crisisinkomen. Mensen in loondienst krijgen recht op zeventig procent van het verdiende salaris. Zzp’ers en flexwerkers die geen recht hebben op een werkloosheidsuitkering krijgen 1.050 euro per maand.
3. We voeren een voetinkomen in voor werkenden, mensen met een uitkering en gepensioneerden. Met deze inkomensaanvulling bestrijden we armoede onder werkenden en niet-werkenden, zorgen we dat ook mensen met een lager inkomen in deeltijd kunnen werken en creëren we een ontspannen samenleving waarin iedereen volwaardig mee kan doen.
4. We verhogen de bijstand en de Wajong en stoppen de ongelijke behandeling van jongeren in de bijstand. Jongeren van 18 tot 21 jaar krijgen gewoon recht op het volwaardige bijstandsniveau. Ze krijgen intensieve begeleiding om aan het werk te gaan of een startkwalificatie te halen. De voor jongeren verplichte zoekperiode bij werkloosheid schaffen we af en we zorgen dat ze evenveel mogen bijverdienen als andere mensen met een bijstandsuitkering.
5. We hervormen de Participatiewet. We schaffen de kostendelersnorm af en nemen een kleine spaarpot en het eigen huis niet meer mee bij het bepalen of je recht hebt op een uitkering. Bij mensen met een levenslange en levensbrede beperking wordt ook het inkomen van de partner niet meer meegeteld. Hiermee voorkomen we dat gezinnen uit elkaar worden gerukt en maken we een einde aan de mensonterende opsporingspraktijken.
6. Er komt een collectieve basisvoorziening tegen arbeidsongeschiktheid voor alle werkenden. Zelfstandigen kunnen zich daar bovenop vrijwillig bijverzekeren bij dezelfde publieke instantie die de basisvoorziening verstrekt. Werknemers houden dezelfde rechten en plichten als ze nu hebben, zoals loondoorbetaling tijdens de wachttijd en eventuele via een cao vastgelegde bovenminimale verzekeringen.
7. Iedereen zonder werk krijgt persoonlijke begeleiding als dat nodig is. Vanuit vertrouwen, zonder schaamte en zonder de algemene verplichting van de tegenprestatie. We verruimen de mogelijkheden voor mensen in de bijstand om zich te laten omscholen voor sectoren met (toekomstige) personeelstekorten. Waar nodig verbinden we werkbegeleiding aan zorg of hulp bij schulden. Binnen een begeleidingstraject mogen mensen met een bijstandsuitkering tot 90 procent van het minimumloon bijverdienen om toe te werken naar een volledige baan.
8. Iedereen die in de bijstand of de Wajong zit en ondanks begeleiding geen werk kan vinden, krijgt recht op een (basis-)baan. Werk is belangrijk voor ons welzijn en er is genoeg zinvol werk te doen in de ouderenzorg, het onderwijs of in de wijken. Het gaat om een baan met fatsoenlijke arbeidsvoorwaarden en tenminste het minimumloon. Gemeenten krijgen de middelen om deze banen te creëren in samenwerking met (sociale) ondernemingen, lokale maatschappelijke organisaties, sociale coöperaties en sociaal ontwikkelbedrijven.
9. Er komt één werkloket waar iedereen terecht kan met vragen over werk, loopbaan, scholing en begeleiding naar werk en het ontwikkelingsbudget. De dienstverlening staat los van een eventuele uitkering, zodat iedereen onafhankelijk wordt behandeld. Werkgevers kunnen terecht bij het loket voor gratis advies over goed werkgeverschap, duurzame inzetbaarheid en het begeleiden van mensen met een beperking. De loketten worden georganiseerd door gemeenten, het UWV en werkgevers- en werknemersorganisaties.
10. Vrijwilligers en mantelzorgers krijgen de waardering die ze verdienen. Er komt een stimuleringsfonds om vrijwilligersorganisaties te ondersteunen en we verhogen de onbelaste vrijwilligersvergoeding. Kleine organisaties die niet in staat zijn hun vrijwilligers een vergoeding te geven, kunnen daarvoor een beroep doen op het stimuleringsfonds. De vrijwilligersvergoeding moet voor iedereen een belastingvrije tegemoetkoming voor onkosten zijn, ook voor mensen met een uitkering via de Participatiewet. We starten een onderzoek naar het belang, de economische waarde en de omvang van onbetaalde arbeid in Nederland en mogelijkheden om deze arbeid beter te waarderen.
11. We stoppen de afbouw van de sociale werkvoorzieningen en vormen ze om tot sociaal ontwikkelbedrijven. Hiermee zorgen we dat er altijd een werkplaats is voor mensen met een arbeidsbeperking. In overleg met werkzoekenden wordt gekeken of ze een functie krijgen bij het ontwikkelbedrijf zelf, worden gedetacheerd of worden geholpen om volledig aan de slag gaan bij een reguliere werkgever.
12. Inclusief werkgeverschap voor mensen met een beperking wordt de norm. We voeren een bindend quotum in voor de overheid en grote bedrijven. We vervangen loondispensatie door één duidelijke loonkostensubsidieregeling, zodat alle werkenden met een beperking op zijn minst het minimumloon verdienen. Werkgevers worden goed ondersteund met regelingen als de no-riskpolis en jobcoaching.
13. We helpen oudere werknemers om gezond te kunnen werken. We bestrijden leeftijdsdiscriminiatie, steunen het sluiten van generatiepacten en helpen werkgevers via het Werkloket met gratis advies over het organiseren van goed werk voor oudere werknemers.
14. Voor mensen met problematische schulden richten we een Nationaal Schuldenfonds op dat hun schulden renteloos overneemt. Zo hebben ze met één schuldeiser te maken en krijgen ze de hulp die nodig is. De toegang tot de schuldsanering wordt versoepeld en we verkorten de maximale termijn. Waar nodig worden schulden kwijtgescholden.
15. Menselijke ellende is geen handelswaar. De marktwerking voor deurwaarders wordt afgeschaft en de handel in schulden wordt aan banden gelegd. Deurwaarders voeren een maatschappelijke taak uit en komen daarom in dienst van de overheid. Er komt één Rijksincassodienst, die ook verantwoordelijk is voor alle incassotrajecten van overheidsorganisaties. Schulden mogen nooit verder worden verhoogd dan 100 procent van het oorspronkelijke bedrag. Gemeenten krijgen de mogelijkheid om bewindvoering zelf te organiseren in plaats van dit verplicht te moeten uitbesteden aan private partijen.
16. Voor Caribisch Nederland stellen we een sociaal minimum vast dat voorziet in een fatsoenlijk bestaan. Toegang tot eerste levensbehoeften, zoals medische zorg, drinkwater en elektriciteit, wordt gegarandeerd.
17. We verhogen de AOW-uitkering zodat mensen met weinig of geen aanvullend pensioen zeker zijn van voldoende inkomen. Ouderen zonder aanvullend pensioen en met een gat in hun AOW-opbouw omdat ze in Suriname of op het Caribische deel van het Koninkrijk zijn opgegroeid, geven we een aanvulling op hun inkomen.
18. Iedereen die werkt, moet zeker zijn van een goed pensioen. Daarom gaan werkgevers en opdrachtgevers pensioenpremie betalen voor iedereen die voor ze aan het werk is, ook voor uitzendkrachten en zzp’ers. We schrappen de wettelijke wachttijd voor een pensioenregeling zodat werkenden vanaf het begin pensioen opbouwen. Mensen met een zwaar beroep krijgen de ruimte om eerder te stoppen met werken.