1. Zorg voor iedereen die dat nodig heeft
Dinsdag 17 maart, acht uur ’s avonds. Drie minuten applaus. Een indrukwekkend eerbetoon aan de zorgprofessionals die zich tijdens de coronacrisis met hart en ziel inzetten voor hun patiënten. Aan al die verpleegkundigen, verzorgenden, schoonmakers en artsen die onder zware druk de zorg overeind houden. Die mensenlevens redden. Heel Nederland ziet met hoeveel betrokkenheid, inzet en professionaliteit ze dagelijks hun werk doen.
De coronacrisis laat nog meer zien. Concurrentie tussen zorgverzekeraars, zorgorganisaties en zorgprofessionals maakt plaats voor samenwerking. Ziekenhuizen wisselen materiaal en medewerkers uit en nemen patiënten van elkaar over. De overheid durft in te grijpen in het verdienmodel van de farmaceutische industrie. Alles wordt uit de kast getrokken om zieke patiënten de zorg te geven die ze nodig hebben. Het publieke belang van goede zorg staat boven het belang van de markt en de aandeelhouders.
Meer dan ooit ziet Nederland de zorg als een sector die van levensbelang is voor onze samenleving. Meer dan ooit ziet Nederland: het kan anders. Ook na de coronacrisis. Zorg hoeft niet te gaan over marktwerking, productiecijfers, eindeloze registraties, kiezende consumenten en miljardenwinsten voor farmaceuten. Zorg kan en moet gaan over samenwerking tussen organisaties, solidariteit tussen mensen die ziek en gezond zijn en waardering voor professionals. Goede zorg vraagt om een krachtige overheid die zorg garandeert voor wie dat nodig heeft en die een einde maakt aan de groeiende gezondheidsverschillen tussen rijk en arm. Dat is de zorg waar GroenLinks voor staat.
Programmapunten
1. We maken solidariteit weer de basis van onze zorg. Dat betekent dat we de kosten van de zorg eerlijk delen tussen mensen die gezond en ziek zijn. We schaffen het eigen risico af voor de lage- en middeninkomens en verlagen de zorgpremie naar tien euro per maand. Hiermee maken we de zorgtoeslag overbodig. Voor mensen met een levenslange beperking schaffen we de eigen bijdrage af voor de Wet langdurige zorg en de Wet maatschappelijke ondersteuning. Preventieve en curatieve mondzorg is algemene gezondheidzorg en gaat terug in het basispakket.
2. Zorgprofessionals verdienen meer waardering. We verhogen de lonen en verbreden de loonschalen om meer doorgroeimogelijkheden te bieden. Professionals krijgen eigen middelen om de werkdruk en administratie aan te pakken. We stoppen met 5-minutenregistraties.
3. We schaffen de marktwerking in de zorg af. De zorgverzekeraars vormen we om tot publieke zorgfondsen. Samen met lokale burgerinitiatieven, patiëntenorganisaties, mensen met een beperking, zorgaanbieders en beroepsgroepen stellen deze zorgfondsen voortaan in iedere regio één zorgplan op met een bijbehorend zorgbudget. Hierin staan afspraken over de organisatie en kwaliteit van de ouderenzorg, huisartsenzorg, wijkverpleging, ziekenhuiszorg en GGZ en over de afstemming met Jeugdhulp en andere gemeentelijke welzijnsvoorzieningen. Op deze manier hebben zorgprofessionals niet meer te maken met meerdere zorgverzekeraars en zijn zij veel minder tijd kwijt aan administratie. Daarnaast creëert de betere afstemming met gemeenten meer ruimte voor preventie, kortere wachtlijsten, minder geregel voor mantelzorgers en betere arbeidsvoorwaarden voor thuiszorgmedewerkers. We zorgen dat niemand zorg tekortkomt en geven zorgprofessionals een zwaarwegende stem in het oordeel of iets noodzakelijke zorg is.
4. We pakken de crisis in de jeugdzorg aan. Het is onacceptabel dat kwetsbare jongeren maanden op een wachtlijst staan en hulpverleners kampen met te hoge werkdruk. De zorg voor jongeren met de meest complexe problemen wordt gecoördineerd op regionaal niveau. Er komen extra financiële middelen om de bezuinigingen op de jeugdzorg terug te draaien en we investeren in extra specialistische behandelcentra en bewezen effectieve behandelmethoden. We zetten de belangen van jongeren centraal: we voorkomen zoveel mogelijk uithuisplaatsingen, separatie en dwangbehandelingen schaffen we af door kleinere groepen te creëren, jongeren krijgen recht op een zelfgekozen vertrouwenspersoon en we versoepelen de leeftijdsgrens van 18 jaar. Pleegouders krijgen betere ondersteuning.
5. We maken een einde aan de ellenlange wachtlijsten in de geestelijke gezondheidszorg. We verlagen de enorme administratiedruk en de financiële problemen van zorgaanbieders door de bekostiging via diagnose-behandelcombinaties te vervangen door een vergoeding op basis van de daadwerkelijke kosten. Complexe ggz-behandelingen en acute zorg voor mensen in crisissituaties gaan we organiseren op regionaal niveau en betalen uit regionale zorgbudgetten. Voor de meest complexe behandelingen worden landelijke centra opgericht. We gaan maatschappelijk stigma rondom psychische aandoeningen tegen door middel van publiekscampagnes.
6. We investeren in goede zorg voor onze ouderen. Er komen extra verpleeghuisplekken, passende seniorenwoningen en meer voorzieningen voor ouderen die tijdelijk niet thuis kunnen wonen. Zo garanderen we een divers en passend woonaanbod waarbij rekening wordt gehouden met culturele en regionale aspecten. Certificering voor inclusieve ouderenzorg, zoals de Roze Loper, verheffen we tot algemeen geldend beleid. Mantelzorgers geven we de ondersteuning die ze verdienen. Thuiszorgmedewerkers en wijkverpleegkundigen krijgen meer ruimte voor samenwerking met de huisarts, het ziekenhuis en sociale hulpverleners. In medische opleidingen en op de werkvloer komt meer aandacht voor persoonlijke ouderenzorg en goede zorg voor ouderen met een ongeneeslijke ziekte.
7. Mensen met een beperking die langdurig intensieve zorg nodig hebben, krijgen zorg in hun eigen regio die aansluit bij hun wensen en behoeftes. Zolang de zorgkantoren nog bestaan, maken ze in samenspraak met cliëntenorganisaties en zorgaanbieders regionale plannen voor de beschikbaarheid en spreiding over de regio van voldoende zorgaanbod. We maken het beter mogelijk dat bij de zorginkoop de behoefte van de cliënten leidend is.
8. De coronacrisis laat zien dat onze publieke gezondheidszorg het ondergeschoven kindje in de zorg is. Gemeentelijke gezondheidsdiensten (GGD) spelen een belangrijke rol in de aanpak van corona, bijvoorbeeld met het afnemen van coronatesten en het uitvoeren van bron- en contactonderzoek. Maar toen het er echt op aan kwam, hadden ze te weinig capaciteit om hun werk goed te doen. Ook buiten coronatijd spelen de GGD‘en een cruciale rol op het gebied van volksgezondheid, infectiebestrijding en preventie. Met de introductie van een landelijke basisfinanciering voor de GGD’en brengen we onze publieke gezondheidzorg op het niveau dat nodig is.
9. Iedereen in Nederland, of je nu in Utrecht woont of in Hoogeveen, moet voor kleine medische ingrepen en spoedzorg dicht bij huis terecht kunnen. We financieren deze ziekenhuiszorg daarom op basis van beschikbaarheid voor inwoners en niet op basis van de hoeveelheid ‘zorgproductie’. Voor hoogspecialistische zorg gaan ziekenhuizen meer onderling samenwerken en de kennis en expertise bundelen zodat de kwaliteit van zorg verder verbetert.
10. We stoppen met het verplicht Europees aanbesteden van zorg in gemeenten. Nadat jarenlang op zorg in gemeenten is bezuinigd, verhogen we de bijdrage aan het gemeentefonds zodat gemeenten voldoende geld hebben voor het goed lokaal organiseren van zorg en ondersteuning. De eigen bijdrage voor de Wet maatschappelijke ondersteuning wordt afhankelijk van het inkomen van degene die hulp ontvangt. Gemeenten mogen hier enigszins in variëren om iedereen passende zorg te kunnen bieden. De sterkste schouders dragen daarmee de zwaarste lasten.
11. Zorg en winst horen niet bij elkaar. Geen enkele zorgorganisatie of zorgverzekeraar mag nog met publiek geld winst uitkeren. Medisch specialisten komen in loondienst en gaan onder de Wet normering topinkomens vallen.
12. We werken aan betaalbare medicijnen en medische hulpmiddelen. We creëren meer transparantie over de kostprijzen en gaan misbruik van patenten tegen. Op Europees niveau streven we naar meer gezamenlijke inkoop en meer Europese capaciteit en kennis om nieuwe medicijnen, vaccins en hulpmiddelen te ontwikkelen. Grote farmaceutische bedrijven of producenten van hulpmiddelen mogen alleen gebruikmaken van publieke subsidies wanneer ze hun winsten herinvesteren in de ontwikkeling van nieuwe producten of gebruiken om hun prijzen te verlagen. Pre-registratie wordt verplicht voor gezondheidsonderzoek; universiteiten en bedrijven worden aangemoedigd om zoveel mogelijk te werken in het open-science framework. Apothekers krijgen meer mogelijkheden om dure medicijnen zelf te maken en we stoppen met belastingvoordelen voor grote farmaceutische bedrijven.
13. Gezond zijn is meer dan niet ziek zijn. We vinden het onacceptabel dat grote groepen mensen minder lang leven dan het gemiddelde in Nederland. We ontwikkelen een brede programmatische aanpak vanuit meerdere maatschappelijke domeinen zoals zorg, onderwijs, wonen en welzijn om de gezondheid van mensen te bevorderen en gezondheidsverschillen tussen groepen te verkleinen. We stimuleren burgerinitiatieven die hieraan meewerken.
14. Voorkomen is beter dan genezen. Of het nu gaat om schulden, geestelijke gezondheid of problematisch overgewicht, het is cruciaal om problemen aan te pakken voordat mensen gezondheidsproblemen krijgen. Daarom besteden we een vast percentage van de regionale zorgbudgetten aan preventie. Daarmee investeren we in betere samenwerking binnen en buiten de zorg en in hulpverlening op plaatsen waar problemen het eerst kunnen worden gesignaleerd. Bijvoorbeeld met maatschappelijk werkers bij de huisarts en op school en lichamelijke screenings in de ggz. Zo zorgen we dat er meer oog is voor een gezonde leefstijl.
15. We bouwen aan een rookvrije generatie door de accijnzen op tabak te verhogen en de openbare ruimte, waaronder parken, speeltuinen en terrassen, rookvrij te maken. Tabak wordt niet meer in supermarkten verkocht maar in aparte winkels. We dringen op jongeren gerichte alcoholmarketing en fastfoodmarketing terug.
16. Sporten is gezond en brengt mensen met verschillende achtergronden, leefstijlen en mogelijkheden samen. We ondersteunen sportverenigingen en garanderen de toegang tot sport voor kinderen, gezinnen met een kleine beurs en mensen met een beperking. Zwemles wordt weer een standaard onderdeel van het basisonderwijs. We werken aan een veilige sportwereld, zonder discriminatie of uitsluiting. Naast sporten stimuleren we ook andere vormen van beweging, zoals dansen, wandelen en fietsen.
17. We maken werk van een inclusief zorgstelsel. Er komt een einde aan de discriminatie van homo- en biseksuele mannen bij bloeddonatie: seksueel risicogedrag wordt het criterium, niet de vraag met wie je seks hebt. De hiv-preventiepil PrEP en bijbehorende zorg worden laagdrempelig verstrekt en vergoed. Iedereen in Nederland kan zich laagdrempelig laten testen op soa's. We pakken discriminatie tegen zorgprofessionals en vooroordelen in de zorg aan in samenwerking met zorgorganisaties en discriminatiemeldpunten. Dit geldt voor bewuste of onbewuste discriminatie naar zowel zorgmedewerkers als patiënten. We investeren in cultuur- en gendersensitieve zorgverlening en in intersectioneel medisch en farmaceutisch onderzoek naar de gezondheid van onder andere vrouwen en mensen van kleur. De lange wachtlijsten in de transgenderzorg werken we weg. Transgenderzorg wordt zoveel mogelijk ook regionaal aangeboden. Er komt een wettelijk verbod op medisch niet-noodzakelijke behandelingen van intersekse personen zonder hun eigen toestemming.
18. GroenLinks staat voor individuele vrijheid in een zorgzame samenleving. Mensen krijgen de regie over hun eigen zorg, waar mogelijk met een persoonsgebonden budget. We stimuleren dat zorgvragers en zorgverleners samen in dialoog onderzoeken welke zorg nodig is. We halen abortus uit het Wetboek van Strafrecht, schaffen de verplichte bedenktijd af, maken de abortuspil beschikbaar bij de huisarts en brengen anticonceptie in het basispakket. Menstruatieproducten worden gratis aangeboden op scholen en in overheidsgebouwen. We investeren in toegankelijke hulpverlening voor mensen die een abortus laten verrichten en treden hard op tegen intimiderende demonstranten bij abortusklinieken.
19. Bij individuele vrijheid hoort zelfbeschikking bij het levenseinde. Hierbij weegt het eigen oordeel over het lijden en niet meer willen leven zwaar. Dit verankeren we in de wet: iedereen die ondraaglijk en uitzichtloos lijdt, lichamelijk of geestelijk, kan een beroep doen op het recht op zelfbeschikking.