GroenLinks-Europarlementariër Bas Eickhout: “Ook wij willen dat de klimaatdoelen wettelijk worden vastgelegd, maar dit doel is niet in lijn met de wetenschap. Om de klimaatdoelen te halen is 65% minder uitstoot in 2030 nodig. Deze stap is gewoon te klein.”

De onderhandelingen over de klimaatwet gingen voornamelijk over het 2030-doel. De EU-landen en de Europese Commissie stelden een netto (inclusief landgebruik) reductie voor van 55%, het Parlement had 60% als inzet, exclusief landgebruik. In praktijk liggen de percentages daardoor ruim 7% uit elkaar. Elk jaar nemen Europese bossen en wetlands namelijk miljoenen tonnen aan CO2 op.

Op andere punten is het resultaat beter. Zo komt er een onafhankelijk wetenschappelijk adviesorgaan. Ook komt er een systeem met een CO2-budget, waarbij vooraf bekend is hoeveel CO2 de EU nog mag uitstoten. Dit systeem wordt gebruikt voor het bepalen van het 2040-doel, wat gebeurt in 2024.

“Op een aantal onderdelen hebben we, zeker voor de lange termijn, goede resultaten geboekt. Maar de kern van het debat, het 2030-doel, stond vanaf het begin al vast: het was al beklonken door de regeringsleiders. Hoewel dit de eerste keer is dat de Europese klimaatdoelen via een wetgevend proces worden vastgelegd, hebben we als Europees Parlement nauwelijks invloed kunnen hebben op de uitkomst”, aldus Eickhout.

Op 14 juli komt de Commissie met een groot klimaatpakket waarmee de klimaatwet wordt vertaald naar wetgeving voor verschillende sectoren. Eickhout: ‘’De nee-stem van vandaag is daarmee ook een boodschap aan de Commissie. Als we het klimaatakkoord van Parijs willen halen zijn er nog enorme inspanningen te verrichten. Deze wet is onvoldoende, dat moet veel beter in juli.’’