De belofte van samenwerken
In de aanloop naar verkiezingen moet een politicus beloftes doen. Daar komt dan vaak hoon op als reactie. Ik begrijp dat. Te vaak zijn verkiezingsbeloftes niet waargemaakt en dat maakt mensen boos. Maar verkiezingen gaan juist over de belofte dat het anders kan. Die belofte formuleert GroenLinks ook. Omdat het anders kan en anders moet. Dat is hoop. En hoop is belangrijk, zeker in deze moeilijke tijden.
Een belangrijke reden waarom veel verkiezingsbeloftes uiteindelijk niet worden uitgevoerd is het gebrek aan samenwerking, een teveel aan concurrentie tussen partijen en politici. Een verkiezingsbelofte is maar geloofwaardig, als het ook samengaat met de ambitie en de openheid tot samenwerking.
Want veranderen doen we alleen samen. Alleen ga je sneller, maar samen raak je verder. Het is een cliché met heel veel waarheid. Alleen zijn we heel kwetsbaar, maar samen zijn we tot veel in staat. De coronacrisis heeft dat ook nog maar eens aangetoond.
Elke oplossing in deze crisis was een solidair product, een resultaat van samenwerking. Tussen ziekenhuizen die elkaar niet beconcurreren, maar elkaar helpen en patiënten overnemen. Tussen wetenschappers die hun kennis niet achterhouden, maar delen. Van buren die voor elkaar een boodschap doen of een pannetje soep brengen. Tussen ondernemers en hun medewerkers om een moeilijke periode door te komen. Tussen politiek en sociale partners om de economie overeind te houden.
Ik wil dus open en eerlijk zijn tegenover Nederland. Ja, GroenLinks is nodig voor verandering. Neen, alleen zal het ons niet lukken. Voor die verandering hebben wij partners nodig in de politiek. En het goede nieuws is: voor die verandering zien wij ook partners.
Stembusakkoord
Ik pleit daarom openlijk voor een stembusakkoord tussen GroenLinks, D66 en PvdA, een heruitgave van Keerpunt 72, maar dan in 2021. Een stembusakkoord is een afspraak tussen partijen voor de verkiezingen. Voor zo’n stembusakkoord zoals in 1972 zal ik mij dus blijven inzetten, tot de allerlaatste minuut van deze campagne. Het zou immers een game changer betekenen. Maar het is geen doel op zich. Het is een middel om te komen tot meer samenwerking na de verkiezingen.
Want daar draait het vooral om. Samenwerking tussen progressieve partijen zal sowieso onze leidraad zijn in de formatie, ook als er vooraf geen formeel stembusakkoord is. Dat pleidooi voor progressieve samenwerking is de essentie van dit essay, de basis van onze campagne: een aanzet geven voor Keerpunt 21. Het belangrijkste akkoord is het akkoord dat we willen bereiken na het sluiten van de stembussen, na de uitspraak van de kiezer.
De SP heb ik er graag bij, maar Lilian Marijnissen, een buitengewoon kundige en fijne collega, plaatst zelf vraagtekens bij die progressieve samenwerking. Dat is haar goed recht, net zoals ik andere progressieve partijen niet kan of wil verplichten. Hoewel het een publiek geheim is dat de klimaatstandpunten van de SP en hun visie op Europa progressieve samenwerking soms net moeilijker maken, beschouw ik hen toch vooral als een bondgenoot. Ook voor die samenwerking zal ik mij dus blijven inzetten. Voor regeren met de SP geldt wat GroenLinks betreft: met hen als het kan, zonder hen als het moet.
Het is hoogst ongebruikelijk om al in campagnetijd zo transparant te zijn over een formatiestrategie. Het is ook een risico. Maar omdat het zo cruciaal is voor de toekomst van Nederland, wil ik er geen enkel misverstand over laten bestaan. Wij willen samen optrekken met andere progressieve partijen. In ieder geval met de PvdA, D66 en, indien mogelijk, ook met de SP.