Wij willen:

  • Een waardig, inclusief nationaal slavernijmuseum;
  • Meer aandacht in het onderwijs voor slavernij, ons koloniale verleden en de bredere geschiedenis van racisme en ongelijkheid;
  • 5 mei en 1 juli worden nationale feestdagen.

Ons slavernijverleden kun je niet los zien van het institutioneel racisme dat onbewust in de structuren van onze samenleving zit verweven. Door er formeel excuses voor aan te bieden neemt de staat historische verantwoordelijkheid. Dat is een stap in het erkennen van de schaduwkant van ons verleden. Die erkenning is nodig om een stevige basis te leggen voor een samenleving waarin vrijheid, solidariteit en gelijkwaardige behandeling vooropstaan.

Meer aandacht in het onderwijs voor slavernij en ons koloniale verleden

Om bewustwording en erkenning over ons verleden te vergroten, zetten we ons in voor een waardig, inclusief nationaal slavernijmuseum. In het onderwijs komt meer aandacht voor slavernij, ons koloniale verleden, de bredere geschiedenis van racisme en ongelijkheid en de rol die de Nederlandse staat hierin speelde.

Keti Koti wordt een nationale feestdag

Bevrijdingsdag op 5 mei en Keti Koti op 1 juli, waar we stilstaan bij het Nederlandse Trans-Atlantische slavernijverleden, worden nationale feestdagen.

Een herdenkjaar in 2023 van 150 jaar afschaffing van slavernij

De bevrijding van Nederlands-Indië op 15 augustus wordt een nationale herdenkingsdag en 2023 wordt een gedenkjaar van 150 jaar formele afschaffing door Nederland van de Trans-Atlantische slavernij. Daarnaast erkennen we 17 augustus 1945 als datum dat Indonesië onafhankelijk werd. Indonesische oorlogsgetroffenen van de dekolonisatieoorlog krijgen de erkenning die ze verdienen.